Voorzitter,
Namens GL/PvdA wil ik vanavond graag onze visie geven op de formatie van een nieuw college van B&W. Een periode die voor ons bijzonder teleurstellend is verlopen.
Ik zal dit doen in drie stappen. Eerst wil ik (1) terugblikken op het duidingsdebat van 21 maart jl., (2) daarna op het formatieproces an sich en (3) afsluiten met een slotbeschouwing op de formatie en de benoeming van het nieuwe college.
Voorzitter, ik zal dat doen zoals u van mij gewend bent, inhoudelijk, in alle eerlijkheid en transparant. Ik ben natuurlijk bereid alle vragen te beantwoorden die mijn betoog mogelijk oproepen.
Dan, stap 1. Het duidingsdebat.
Voorzitter, op 21 maart, het begin van de lente, stonden wij hier in deze raadszaal voor het duidingsdebat. Deze avond gaven alle partijen hun visie op de verkiezingsuitslag, op het raadsakkoord en op de vorming van het college van Burg&Wh.
Als GL/PvdA gaven wij die avond aan, na de winst van onze derde zetel, van harte mee te gaan werken aan het raadsakkoord en ook de verantwoordelijkheid te willen nemen in een college. EVA en de VVD zeiden ook het nodige. Ik wil een paar letterlijke citaten terughalen.
Marielle Vergouwe deed namens EVA drie belangrijke uitspraken.
- Ten eerste dat “het college moet voortvloeien uit het enthousiasme voor de agenda (raadsakkoord) die we gaan opstellen”.
- Ten tweede gaf zij aan dat de nieuwe wethouders “kwaliteit, passie en verfrissing” moesten leveren.
- Ten derde gaf zij aan dat in een college ruimte moest zijn voor “de grote partijen en partijen die zetels hebben gewonnen”.
Dan de VVD. Die gaf op dezelfde avond bij monde van Roy Verduyn aan “het beste voor de gemeente” te willen. Verduyn benoemde ook dat het de afgelopen jaren meer om personen ging dan om de inhoud. Hij noemde dat “zonde”.
Tot zover het duidingsdebat.